Dat blijkt uit een literatuurstudie van onderzoeker Lex van Teeffelen van de
Businessschool van de Hogeschool Utrecht.
Volgens Van Teeffelen is het gek dat de Nederlandse overheid zoveel aandacht
geeft aan starters en zo weinig aan bedrijfsovernames. Immers de
slagingskans van die ‘overnemers’ is twee keer zo groot – 96 procent bestaat
nog na vijf jaar -, ze geven 2,5 tot 5,5 keer meer werknemers werk en ook is
hun innovatiekracht veel groter dan bij beginnende ondernemers.
Overnemers zijn vooral succesvol als ze al kennis van de branche hebben waarin
ze actief worden. En als ze in staat zijn veranderingen door te voeren bij
de overgenomen bedrijven. Dat laatste kan wel lastig zijn. Vooral bij
familiebedrijven is de bereidheid tot veranderingen vaak minder groot.
Volgens de Kamer van Koophandel komen er jaarlijks zo’n 15.000 bedrijven op de
markt, waarvan 90 procent minder dan 10 werknemers telt. Volgens Van
Teeffelen ontbreekt in Nederland een goed overzicht van vraag- en aanbod,
ondanks de diverse sites op dit gebied.
Eenieder verwacht een stortvloed aan bedrijven die te koop komen: 35 procent
van de Nederlandse ondernemers in ouder dan 50. Tegelijkertijd starten
jaarlijks zo’n 120.000 Nederlanders een eigen onderneming.
Ook vonden de onderzoekers dat startende ondernemers hoger zijn opgeleid dan
overnemers.
De hoge opleiding van beginnende ondernemers weegt kennelijk niet op tegen de
ervaring van de overnemers. Op hun beurt hebben die overnemers overigens wel
weer een betere opleiding dan de ondernemers die een koper zoeken voor hun
bedrijf.
Lees ook:
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl